Hoe ringer worden?

Het ringen van vogels gebeurt voornamelijk door vrijwillige medewerkers die strikt door het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) worden gecertificeerd om zo een hoge kwaliteit van de verzamelde gegevens te verzekeren.

Ringers zijn altijd verbonden aan een werkgroep die opgericht is in de regio waar ze actief zijn. Er zijn geen zelfstandige ringers. Elke groep wordt geleid door een groepsoverste. Deze verzekert het administratief beheer van de groep, dit wil zeggen de verdeling van de ringen, de transmissie van de gegevens (ringgegevens, terugmeldingen, jaarstaten) tussen de ringers en het KBIN (en vice versa) en heeft ook de supervisie over de vorming van stagiairs.

Indien je wenst deel te nemen aan deze studie kan je contact nemen om je in verbinding te brengen met de groepsverantwoordelijke die in jouw streek actief is. Een goede kennis van vogels, hun determinatiekenmerken en hun gedrag is aan te bevelen en zelfs noodzakelijk.

De groepsoverste aanvaardt de kandidaat al dan niet voor een stage aan de hand van een eerste evaluatie. Is deze positief, dan kan een stageperiode van ten minste twee jaar beginnen.

De opleiding is essentieel van praktische aard: kennis wordt door middel van veldwerk binnen de werkgroep verworven. Het nemen van nota’s op het terrein wordt sterk aangeraden. Een theoretische studie is eveneens aanbevolen. Een bibliografische referentie daarbij is Svensson, L. 1992. Identification Guide to European Passerines.

Het is de groepsoverste die de kandidaat, nadat hij of zij de verplichte stage van ten minste twee jaar heeft beëindigd en een positieve evaluatie heeft gekregen, moet inschrijven voor de examens. De inschrijvingen worden afgesloten op 1 september. De vaardigheid om op een perfecte manier een vogel te manipuleren, is daarbij een criterium dat prioritair geëvalueerd wordt. De bekwaamheid nodig om voor het theoretisch examen te slagen, is het volgende criterium.

Het KBIN organiseert jaarlijks, gedurende de 2 laatste weken van november, theoretische examens om nieuwe kandidaten te certificeren.

De lijst van de medewerker-ringers die na deze eerste stage van twee jaar geslaagd zijn in de proeven wordt overgemaakt aan de bevoegde autoriteiten voor het verkrijgen van een wettelijke vergunning voor het ringen van vogels voor wetenschappelijke doeleinden. Deze vergunning beperkt de ringactiviteiten tot het ringen van nestjongen. Ze laat dus niet het gebruik van vangmiddelen zoals netten of fuiken toe.

De medewerker-ringer die zijn vorming wenst verder te zetten kan zich opnieuw inschrijven voor een stageperiode van twee jaar onder dezelfde voorwaarden. Na een positieve evaluatie zal hij of zij zich opnieuw kunnen aanbieden voor een tweede theoretisch examen op het KBIN. Slaagt de kandidaat, dan zal het KBIN hem bij de bevoegde instanties voordragen voor het bekomen van een vergunning voor het vangen en ringen van vogels voor wetenschappelijke doeleinden.

De gedetailleerde procedure kan hier gedownload worden.

Downloaden

vogel in handen

metingen van vogels zijn genomen