Habitat en Vogelrichtlijnen

De Europese Habitat- en Vogelrichtlijnen vormen de hoekstenen van de Europese wetgeving voor de instandhouding van de meest kwetsbare soorten en habitattypes binnen de Europese Unie. Beide richtlijnen eisen de bescherming van een aantal soorten en habitats, om de populatie in stand te houden of naar een gunstig beschermingsniveau te brengen. De gebieden die door de richtlijnen worden vastgelegd, behoren tot het Europese Natura 2000-netwerk van beschermde natuurgebieden. De maatregelen die in die gebieden worden getroffen, moeten rekening houden met de economische, sociale en culturele vereisten, net als met de regionale en lokale kenmerken van het gebied in kwestie.

In 2005 bakende België drie speciale beschermingszones af in het kader van de vogelrichtlijn (KB van 14 oktober 2005). Die moeten meer bescherming garanderen voor de fuut, de grote stern, de visdief en de dwergmeeuw. De Vlaamse Banken werden aangeduid als speciale beschermingszones in de habitatrichtlijn (KB van 16 oktober 2012), met het oog op een betere bescherming van de fauna op ondiepe zandbanken in zee, riffen gevormd door schelpkokerwormen en grindbedden, die voorheen een rijke fauna, typisch voor harde ondergronden, in stand hielden.

Vogelrichtlijn: Richtlijn 2009/174/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand.

Habitatrichtlijn: Richtlijn 92/43/EEG van de Raad inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna.

Stern  Copyright - RBINS - Thierry Hubin
Copyright - RBINS - Thierry Hubin