Milieubescherming

Grenzen op zee zijn moeilijk te definiëren; er is vrije doorvaart voor vaartuigen, vissersschepen van andere landen hebben toegang tot onze wateren en vice versa, vervuiling kent geen grenzen,… Vandaar dat mariene milieubescherming vooral door internationaal overleg tot stand komt en dat onze nationale wetgeving zijn oorsprong vindt in de internationaal gemaakte afspraken.

De voor ons belangrijkste, vaak bindende, afspraken worden gemaakt in de volgende fora :

Deze afspraken resulteerden in een specifieke nationale wetgeving ter bescherming van het marien milieu, met als basis de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België. Als uitvoering van deze wet werd een Koninklijk besluit uitgevaardigd voor de bescherming van een aantal diersoorten (KB van 21 december 2001). Daardoor kregen alle walvisachtigen, zeevogels en een aantal vissoorten zoals de steur een betere bescherming. In het KB werden procedures uitgewerkt voor de melding van bijvangsten en strandingen van zeezoogdieren en beschermde vissoorten. In uitvoering van de Vogel- en Habitatrichtlijnen werden gebieden aangewezen die belangrijk zijn voor bepaalde vogels en habitats (KB van 14 oktober 2005, KB van 5 maart 2006 en 16 oktober 2012). Deze gebieden maken deel uit van het Europese Natura 2000-netwerk van beschermde gebieden. Bepaalde activiteiten in deze gebieden zijn beperkt en specifieke maatregelen voor een betere bescherming van de vogels en de specifieke leefgebieden voor bepaalde soorten worden nog verder uitgewerkt.

Voor activiteiten in het Belgisch deel van de Noordzee (BDNZ) die mogelijk effecten hebben op Natura 2000-gebieden en/of op soorten die onder Europese wetgeving beschermd zijn, dient overeenkomstig het KB van 27 oktober 2016 betreffende de procedure tot aanduiding en beheer van de mariene beschermde gebieden een Natura 2000-toelating te worden verleend door de minister bevoegd voor de Noordzee.

Voor het bekomen van deze toelating, waar eventueel voorwaarden in opgenomen zijn, dient een passende beoordeling te worden opgesteld door de Beheerseenheid van het mathematisch model van de Noordzee (BMM; verder aangeduid als ‘het bestuur’). Deze beoordeling houdt het inschatten van de impact van de activiteit in op de instandhoudingsdoelstellingen (IHDs) die voor deze Natura 2000-gebieden en beschermde soorten vooropgesteld werden. De beoor¬de-ling moet voorkomen dat activiteiten een significant negatieve impact hebben op de voor¬opge-stelde doelstellingen. De IHDs werden vastgelegd bij MB van 2 februari 2017 betreffende de aanname van instandhoudingsdoelstellingen voor de mariene beschermde gebieden.

Het bestuur baseert zich voor het opstellen van de passende beoordeling op een ontwerp passende beoordeling zoals ingediend door de persoon of rechtspersoon die een plan of een project wenst uit te voeren in de zeegebieden. Voor het indienen van een ontwerp van passende beoordeling is een modelformulier beschikbaar.

sea sunset