Concentraties van contaminanten zijn nog steeds te hoog maar dalen voor meerdere stoffen
Prioritaire stoffen
Polycyclische aromatische koolwaterstoffen en tributyltin in water overschrijden de milieukwaliteitsnormen in de Belgische territoriale wateren. Voor tributyltin blijken de jaargemiddelden zelfs de maximaal aanvaardbare concentraties te overschrijden. Er wordt verwacht dat de gehalten aan TBT langzaam zullen dalen.
Concentaties aan hexachloorbenzeen en hexachloorbutadieen in biota zijn beduidend lager dan de norm. De milieukwaliteitsnorm voor kwik in biota wordt overschreden. Deze norm is echter lager dan de achtergrondwaarde zoals bepaald door OSPAR voor vis. Een dalende trend werd waargenomen voor kwik in mosselen op twee locaties.
Vervuilende stoffen in sediment en biota
Voor PCBs wordt de OSPAR milieukwaliteitsnorm niet gehaald voor 2 van de 7 congeneren: zowel voor CB118 (sediment en biota) als CB101 (biota) wordt de norm overschreden. Voor de meeste congeneren, waaronder de twee problematische, wordt een dalende trend in biota waargenomen. Recent onderzoek toont echter aan dat PCB-concentraties in marien sediment op het BDNZ niet significant gedaald zijn sinds 2005. Over een langere tijdsperiode (1995-2015) is er wel een significante daling waarneembaar in het zuidelijk deel van de Noordzee.
Geen overschrijdingen worden waargenomen voor PAKs in sediment en in mosselen. In mosselen wordt voor benzo(a)pyreen een dalende trend vastgesteld. In de regionale beoordeling voor de zuidelijke Noordzee wordt een dalende trend waargenomen in biota, maar niet in sediment. Voor koper, chroom, lood, zink en kwik in sediment wordt de norm op verschillende locaties overschreden. Voor cadmium wordt de norm op 2 locaties overschreden. Deze benadering stelt een worst case scenario voor. In biota wordt de norm niet overschreden voor lood en cadmium en wordt een dalende trend waargenomen voor lood in mosselen op 2 locaties.
Concentraties aan tributyltin in sediment zijn meestal lager dan de detectielimiet. Hoewel trendanalyse niet mogelijk was, wijzen de resultaten op een verbetering van de toestand. Het ecologisch effect van deze concentraties is nog onbekend door het ontbreken van evaluatiecriteria. Hetzelfde geldt voor de concentraties aan polygebromeerde difenylethers in biota en sediment. Concentraties zijn meestal lager dan de bepalingsgrens.
Concentraties Hg, PCB, DDT, HCB en HCH in vogeleieren
De concentraties van Hg, PCB, DDT en HCB in visdiefeieren die in 2008, 2010 en 2015 werden verzameld in de kolonie van Zeebrugge waren in alle jaren hoger, en in het geval van PCB veel hoger, dan de vooropgestelde norm. Alleen voor HCH werd de goede milieutoestand behaald.
Effecten van contaminanten verminderen of zijn reeds op een aanvaardbaar niveau
Imposex
Dalende concentraties werden waargenomen na het verbod op tributyltin in antifoulingverven, waardoor voor tributyltin in biota concentraties lager dan de norm worden bekomen waardoor het niet waarschijnlijk is dat deze aanleiding geven tot een problematisch niveau van imposex bij weekdieren. Op regionaal niveau werd eveneens een duidelijke verbetering waargenomen in de reproductieve toestand van mariene slakken (OSPAR, 2016).
Olievogels
Langlopende monitoring (1961-2017) toont aan dat de oliebevuilingsgraad bij zeekoet een sterk dalende trend vertoont. In de beginjaren van de monitoring waren vrijwel alle gevonden zeekoeten met olie besmeurd, de laatste jaren was meestal minder dan 50% van de gevonden dieren besmeurd. De milieukwaliteitsnorm werd echter nog niet gehaald.
Visziekten
De visziekte indicator geeft een goede reflectie van algemene stress binnen het ecosysteem onder toenemende druk. De meeste geobserveerde anomalieën zijn gerelateerd aan parasitaire infecties, en qua huidaandoeningen is de problematiek rond zweren het opmerkelijkst. Huidaandoeningen en parasitaire infecties werden opvallender waargenomen tijdens de laatste jaren.
EROD
Het EROD-activiteitsniveau in schar van het BDNZ is lager dan de door OSPAR opgestelde achtergrondwaarde. Het is bijgevolg heel onwaarschijnlijk dat deze vissen blootgesteld zijn aan contaminantconcentraties die een toxicologische bedreiging vormen.