Dispersantengebruik op zee

Opties ter bestrijding van een olieverontreiniging op zee - NEBA

De Belgische zeegebieden worden gekenmerkt door een heel druk scheepvaartverkeer, en daaraan gekoppeld, een hoog risico op scheepsongevallen en accidentele zeeverontreiniging. Ingeval zich een noodsituatie op zee voordoet waarbij accidenteel olie in het mariene milieu terechtkomt, bestaan er slechts een beperkt aantal bestrijdingsopties - elk met hun voor- en nadelen, en beperkingen:

  • Mechanische recuperatie is een oliebestrijdingstechniek waarbij de olie op zee met drijvende olieschermen of ‘booms’, en speciaal ontwikkelde zuigsystemen of ‘skimmers’ van het zee-oppervlak wordt verwijderd; de ontplooiing van mechanische recuperatiemiddelen vergt echter enige tijd, en de efficiëntie van de techniek daalt snel bij windsnelheden hoger dan 4-5 Bft.

  • Chemische dispersie is een oliebestrijdingstechniek waarbij een olievlek chemisch wordt bestreden door middel van zogenaamde ‘dispersanten’, dit zijn chemische detergenten die de olievlek sneller opbreken en in de vorm van kleine oliedruppels naar de waterkolom verplaatsen. Dispersanten zijn echter niet inzetbaar op alle types olie en kennen slechts een beperkt tijdsvenster van gebruik, en een chemisch gedispergeerde oliewolk kan bij ondoordacht gebruik mogelijks de milieuschade doen toenemen, vooral in ondiepe wateren.

  • Soms blijft de interventie beperkt tot monitoring van de verontreiniging op zee. Maar dit is feitelijk enkel aanvaardbaar bijvoorbeeld ingeval van stormweer waardoor bestrijding op zee niet langer mogelijk is, of bij een relatief kleine olievlek die op korte tijd helemaal op natuurlijke wijze zal verweren.

Bij het kiezen van de meest geschikte bestrijdingsoptie(s) dient altijd gestreefd te worden naar een globale vermindering van de milieuschade. Dit bij wet vastgelegd evaluatieproces heet ‘netto-voordeelanalyse voor het mariene milieu’ of NEBA (Net Environmental Benefit Analysis).

BMM als bevoegde overheid voor toelating dispersantengebruik

Gezien ondoordacht gebruik van dispersanten de milieuschade in sommige gevallen kan doen toenemen in plaats van te verminderen, werd de BMM officieel aangeduid als de bevoegde overheid voor het verlenen van toestemming voor het gebruik van dispersanten op zee. Concreet betekent dit dat bij elk incident waar de inzet van dispersanten wordt overwogen, steeds een voorafgaandelijke toelating van de BMM moet worden verkregen.

In dit NEBA-proces inzake het gebruik van dispersanten op zee uitgevoerd door de BMM, moeten vier vragen beantwoord worden. Dispersantengebruik is slechts aanvaardbaar als deze vier vragen positief beantwoord worden:

  1. Is de geloosde olie dispergeerbaar?

  2. Valt de bestrijdbare olievlek nog binnen het tijdsvenster voor dispersantengebruik?

  3. Laten de weersomstandigheden op zee het toe om dispersanten efficiënt in te zetten?

  4. Zal de gedispergeerde olie meer goed doen dan kwaad voor het milieu?

Meer informatie over dit overwegingsproces is te vinden in een specifiek BMM-dossier inzake Toelating Dispersantengebruik.

Voor het bekomen van een toestemming tot dispersantengebruik kan de BMM ofwel rechtstreeks worden gecontacteerd (tijdens diensturen), of kan de BMM worden gealarmeerd via het federale DG Leefmilieu, de Belgische Kustwachtcentrale-diensten (MRCC en MIK), of de crisisstructuur van het noodplan voor de Noordzee, het ANIP Noordzee, en dit op een 24/7 basis.

shipping incidents pie chart
Bron: DG Leefmilieu